Tengere rus

Tengere rus
Juncus tenuis
Russenfamilie
--------------------------------------------------------------

De tengere rus ziet er grasachtig uit. Als je weet waar je op moet letten, zie je snel dat het geen gras is. Gras heeft altijd een knoop, een verdikking op de stengel. Russen en biezen hebben die niet. Ook de bladeren van russen zijn anders. Smaller en dikker meestal. Als de vruchten rijp zijn, is een ander kenmerk dat russen een doosvrucht vormen, waarin de zaden zitten. Gras heeft geen doosvrucht, maar een graanvrucht.

In de stad is de tengere rus de laatste jaren opgerukt. Hij staat nu bijna op alle parkeerterreinen waar kasseien zijn gebruikt. Daar blijft hij meestal kort en in droge zomers staat hij er vaak verpieterd bij. De plant houdt namelijk van halfschaduw. Beter doet hij het op onverharde paden die wel betreden mogen worden. Dat verdringt de concurrentie. Dus binnenterreinen met speeltoestellen, bouwplaatsen.

De families van russen en biezen worden ook wel schijngrassen genoemd. Die naam doet ze eigenlijk geen eer aan. Russen zijn evolutionair ouder dan gras en hebben een eigen charme: wat stijver, wat deftiger.
De tengere rus is tussen de andere russen  in Nederland een buitenbeentje. Hij is sierlijker en van vreemde herkomst. Hij is afkomstig uit Noord-Amerika. In 1825 voor het eerst in België gesignaleerd. 

Een bijzonderheid van deze rus is dat de minuscule zaden bij regen opzwellen en kleverige slijmballetjes worden, die blijven plakken aan zolen, vacht en fietsbanden. De bospaden in Nederland zijn door de zaden aan fietsbanden, werkelijk in recordtijd vol komen te staan met tengere rus.

De geslachtsnaam ´Juncus´ betekent ´binden´. Russen werden gebruikt voor vlechtwerk. De soortaanduiding ´tenuis´ betekent ´tenger´ en verwijst naar de dunne, smalle bladen.
Het woord ´rus´ komt van ´restis´ dat ´touw´ betekent. In de Baronie worden russen in de streektaal altijd biezen genoemd.
 

Bloem Onopvallend, groen-geelbruin. Bloeiwijze een pluim.
Hoogte 0,10 – 0,40 m.
Bloeitijd 0,10 – 0,40 m.
Blad Lichtgroen, smal 2 mm.
Stengel Rond, rechtop, vaak korter dan de grondbladeren.
Vruchten Doosvrucht met nietige zaden.
Overig Vaste plant. Moeilijk uit de grond te trekken.
Standplaats Op vaste, onverharde paden, open vochtige zandgrond.
In Breda Parkeerplaatsen, paden op ruderale terreinen, bouwplaatsen.
Vergelijk Greppelrus (Juncus bufonius). Deze is kleiner, eenjarig en makkelijk uit de grond te trekken. De bloemen zijn alleenstaand.

 

Een samenwerking van IVN Mark&Donge en KNNV Breda