Vlasbekje

Vlasbekje
Linaria vulgaris
Weegbreefamilie
------------------------------------------------------------
Het vlasbekje is een soort leeuwenbek en eigenlijk de enige grote leeuwenbek die je normaal gesproken in de stad tegenkomt. Er is nog wel de muurleeuwenbek (Cymbalaria muralis), maar daarvan zijn de bloemen veel kleiner en staan de stengels niet overeind, maar kruipen. De grote leeuwenbek (Antirrhinum majus) is de soort die in tuinen staat. Slechts op een paar plaatsen in Nederland wordt deze verwilderd gesignaleerd. Nog niet in Breda.

Het vlasbekje is een aantrekkelijke verschijning die je tot laat in de zomer bloeiend kunt aantreffen in de berm. Vaak nog als een van de weinige na een droogteperiode.

Het vlasbekje heeft lijnvormige bladen. Daar dankt hij ook zijn wetenschappelijke naam aan: ‘linaria’ betekent ‘vlas’ omdat de bladen veel op die van vlas lijken. ‘Vulgaris’ betekent ‘gewoon’.
In de Nederlandse naam komen we weer ‘vlas’ tegen en ‘bekje’ vanwege de muilachtige vorm van de bloem.

Een bijzonderheid van de bloem is dat de keel van de bloembuis door een dubbele uitstulping van de onderlip is afgesloten. Alleen sterke insecten zoals hommels en andere grotere bijen gelukt het in de bloem te komen om de nectar in het diepe spoor te bemachtigen. Daarbij strijken de dieren langs de helmknoppen en krijgen kleverig stuifmeel op zich. Hebben ze al stuifmeel bij zich dan wordt dit aan de stijl gewreven. De hele constructie is dus ingericht om te zorgen voor kruisbestuiving.

De plant wordt medicinaal gebruikt voor zalf tegen aambeien.